OPTOCHT
Dapper gaan ze door de wildernis,
het kind en de klauwende kat in haar armen.
In hun kielzog de hond. Hij houdt het handvat
van de emmer in zijn bek.
Koningin krielkip wijst de weg.
Ze kakelt haar gevolg onder
de wapperende lakens door,
van de zandbak naar de sloot.
De majesteit blieft eendenkroos.
Het kind waadt met haar rubberlaarzen
door het kniehoge water, wankelt.
De zompige bodem zuigt
haar zolen vast. Ze valt.
Kikkerdril plakt in haar haren.
Morgen kroont ze de kat.
- Mandy Pijl